De gewelfschilderingen op het koorgewelf

door Hans Sanders (maart 2012)
 
Tekening van het gewelf van het koor.

De cijfers en letters verwijzen naar de cijfers en letters in de tekst bij de afbeeldingen.



De gewelven van het koor in de Sint-Maartenskerk bestaan uit drie kruisribgewelven met aan de oostzijde een 7 delig straalgewelf. In de vroeg 15e eeuw zijn belangwekkende schilderin­gen aangebracht op zwikken van het gewelf waaronder de Arma Christi ofwel de lijdenswerktuigen en een aantal andere afbeeldingen. Afbeeldingen van de Arma Christi zijn in de kerkelijke kunst geen zeldzaamheid, maar in de vorm van gewelfschilderingen komen ze niet vaak voor. In het koorgewelf van de Sint-Janskathedraal in Den Bosch komen ze ook voor. 1)
Soms worden de lijdenswerktuigen afgebeeld op een wapenschild dat door engelen gedragen wordt. Een dergelijk wapenschild was het attribuut van Bernardus van Clairvaux (1090-1153) de stichter van de orde der Cisterziënzers.
De Arma Christi zoals
afgebeeld op een wapenschild
op een muur van de
kathedraal van Oxford
Tot de Arma Christi worden o.a. gerekend:
de doornenkroon, de rietstok, de spons, de lans, het kruis, de geselkolom, de gesel, de roede, de hamer, de nijptang, de spijkers, de dobbelstenen, de zweetdoek, het bord met het opschrift INRI.
De doornenkroon heeft betrekking op de doornenkroon die Christus droeg bij de kruisiging. De rietstok en de spons zijn de voorwerpen waarmee Christus azijn kreeg toegediend tijdens de kruisiging. De lans, gesel, roede, hamer, nijptang en spijkers waren martelwerktuigen die gebruikt zijn tijdens de kruisweg en kruisiging. De dobbelstenen refereren aan de dobbelste­nen waarmee om de kleren van Christus werd gedobbeld. De zweetdoek betreft de zweetdoek van Veronica. Veronica was de heilige die Christus tijdens de kruisdraging een doek aanbood om zijn bloed en zweet af te wissen. In de kerkelijke kunst wordt zij vaak afgebeeld als een devotiefiguur die de doek voor zich uit houdt, waarbij de beeltenis van Christus zichtbaar is. Ook wordt de zweetdoek wel getoond door twee engelen. Het bord met het opschrift INRI. (Jezus Nazarenus Rex Judaeorum = Jezus de Nazareeër, de Koning der Joden; zie o.a. Johannes 19:19-23).
Niet alle Arma Christi zijn afgebeeld op de schilderingen in het koor.

Daarnaast is in de ornamentele versiering een aantal vogels opgenomen die een betekenis hebben. Verder is er een aantal muzikanten afgebeeld en twee keer het wapen van Zaltbommel en een banderolle met jaartallen die betrekking hebben op vorige restauraties.




Laten we een rondgang maken langs de schilderingen.


1. Zweetdoek van Veronica


Deze schildering is in het midden van het straalgewelf. (1) In deze afbeelding wordt de zweetdoek gedragen door twee engelen. Verder is bij deze uitvoering duidelijk dat er in de loop der eeuwen heel veel aan veranderd en gerestaureerd  is. Daarvoor is het nodig om de schildering in detail te bekijken. Je ziet dat de restauratie is uitgevoerd in de zgn. tratteggio methode. Dat houdt in dat grote lacunes in de schildering opgevuld zijn met heel smalle kleurstreepjes. Op afstand bezien lijkt het dan een iets fletser kleurvlak. Bij veel van de schilderingen in de Sint Maartens kerk is deze techniek toegepast. Verder in dit verhaal zal ik een goed voorbeeld laten zien.
De zweetdoek van Veronica in het meest oostelijke zwik van de het koor van de Sint-Maartenskerk.




















 


2. Zeemeermin met kam en spiegel
 
Links van de afbeelding van de zweetdoek is een afbeelding van een zeemeermin met een kam en een spiegel (2) De spiegel is het attribuut van voorzichtigheid, maar ook van de naakte waarheid. (de spiegel liegt niet). Daarnaast is hij ook het  zinnebeeld van ijdelheid en wellust. De restaurateur van de schilderingen, de heer Haakma Wagenaar, vermeldt in zijn overzicht niet anders dan: ”Naakt meisje met kam en spiegel.”






 























3. De Wildeman
                                                         
In het naastliggende zwik links is de Wildeman afgebeeld.(3) Deze figuur is populair in de 14e en 15e eeuw op wandtapijten. De herkomst is onzeker, maar houdt vermoedelijk verband met het middeleeuws westerlijk geloof  aan bepaalde monsters die wellicht terug te voeren zijn op een aap. De Wildeman symboliseerde wellust en agressie.































4. De Struisvogel

Nog een vak verder naar links is de struisvogel (4) geschilderd. De struisvogel was het treffend beeld van de zondige mens volgens Durandus (± 1230-1296) *)
De struisvogel liet immers zijn eieren achter in het woestijnzand en eerst als hij de avondster zag opgaan dacht hij er weer aan. De struisvogeleieren, die aan hun lot werden overgelaten en door de zon werden uitgebroed, wijzen op het beeld van Christus geboorte uit Maria.
Struisvogeleieren zijn vaak reliekhouders.  2


*) Durandus was een belangrijk liturgisch theoreticus uit de 13e eeuw. Hij was kardinaal en secretaris van paus Gregorius X en voorbereider van het tweede concilie van Lyon. Hij stichtte de stad Urbino in Umbrië.  Hij werd gouverneur van Romagna, het gebied dat keizer Rudolf II afstond aan de Paus en dat vervolgens vijf eeuwen behoorde bij de pauselijke staat.]








 










5. De Pelikaan


Rechts naast de zweetdoek is de pelikaan (5) afgebeeld. De pelikaan is een symbool voor Christus, omdat hij met zijn bloed zijn jongen tot leven zou wekken. Hij voedt zijn jongen niet met zijn bloed, maar hij besproeit ze ermee. Zodoende is de pelikaan het symbool voor de lijdende Christus. Het verhaal komt al voor in Physiologus. [Een boek over de natuur en vooral over dieren, dat waarschijnlijk kort voor het jaar 200 in Alexandrië is geschreven door een "bestu­deerder van de natuur" (physiologos in het Grieks).
De Physiologus vertelt eeuwenoude weetjes over bekende dieren als de leeuw, de egel, de vos en de bever, maar ook over mythische wezens als de phoenix en de eenhoorn. De biologische feiten worden telkens in symbolische en vooral christelijke zin uitgelegd. De Physiologus legt het fundament voor het in de Middeleeuwen erg populaire Bestiarium.]
Dante noemt Christus in zijn boek het Paradijs (één van de delen van de Divina Commedia) Nostre Pellicano.
Op een schildering van Giotto is een pelikaan naast het kruis afgebeeld.









 






6. De Phoenix

De Phoenix (6) zit rechts van de Pelikaan. Vanaf de eerste eeuwen van het christendom gold deze vogel als symbool voor de lijdende en verrijzende Christus. Paus Clemens II verwijst er al naar in een brief aan de kerk van Korinthe van omstreeks het jaar 79 na Christus. Vaak wordt de Phoenix zittend voorgesteld in een palmboom.
















 
















7. De Kraanvogel

Rechts naast de Phoenix is de Kraanvogel (7) afgebeeld. Deze vogel is het symbool van de waakzaamheid Hij wordt dikwijls afgebeeld met een steen in zijn poot.





































8 - 12. De Muzikanten

Vervolgens komen we bij de muzikanten.
Er was door de vorige restauraties veel onduidelijk. Bovendien heeft de publicatie van C. Leemans, uit het tweede kwart van de 19e eeuw voor verwarring gezorgd. Hij kon namelijk aanvankelijk slechts vanaf de koorvloer de schilderingen bekijken.
Overigens komt Dr C. Leemans wel de eer toe dat hij veel schilderingen in de kerk ontdekte en hij heeft zich  er sterk voor gemaakt dat een en ander de aandacht kreeg.
De bedoeling van de afgebeelde muzikanten is mij in het verband van het beeldprogramma van deze schilderingen niet duidelijk.
  

8. Muzikant met eenhouten blaasinstrument






9. Muzikant met rechte bazuin


10. Muzikanten
11. Nar













 

































































12-15. Gemeentewapen


Krans om drie nagels van het kruis en het gemeentewapen (12,13)


Krans om het Heilig Hart en het gemeentewapen   (14, 15)



16 - 19 Arma Christi

16. Engel met gesel en roede



17. Engel met hamer en nijptang












































18.  Engel met kruis en doornenkroon




19. Engel met rietstok en spons en de lans

 



 







































































































A - D. De Sluitstenen

Het gewelf in het koor wordt afgesloten door een viertal sluitstenen.



(A) De triomferende Christus




(B) Maria geeft haar kind de borst (Maria lactans)






(C) Sint Anthonius Abt





(D) Sint Laurentius

N.B. Rechts van deze sluitsteen is nog een sjabloon-randversiering te zien van een oudere schildering. 







Hier is een voorbeeld waarbij tratteggio techniek is toegepast. Het komt van één van de orna­menten van het koor. Een klein deel van de oorspronkelijke kleur was nog aanwezig. De restau­rateur heeft het met dunne streepjes aangevuld. Vanaf enige afstand valt het niet meer op. Toch is aangegeven hiermee dat het een restauratie betreft.
In het Heiligdomskoortje is een afgenomen schildering te zien van de Madonna en van een rand van een schildering uit het koor. Beide schilderingen zijn uitgebreid met tratteggio techniek behandeld. Ze zijn van heel dichtbij te bekijken.


Muurschilderingen

Veel bezoekers in de kerk spreken over fresco’s als ze de schilderingen zien. Het is een beperkt bekend begrip voor de techniek van muurschilderingen. In het geval van de Sint Maartenskerk is het niet juist. Bij fresco’s worden de pigmenten aangebracht in de nog natte pleisterlaag. De kalk en de kleurpigmenten verharden gezamenlijk. Het is als gevolg van dit proces minder kwetsbaar. Een bezwaar is dat maar een beperkte oppervlakte kan worden beschilderd, omdat anders de onderlaag al is verhard. In het geval van de schilderingen in deze kerk is er sprake van een secco techniek. Daarbij wordt eerst het te schilderen oppervlak van een pleisterlaag voorzien. Als die laag gedroogd is, volgt de beschildering op de droge pleisterondergrond. Het is dus duidelijk dat de kleurpigmenten niet meegaan in het chemische verhardingsproces van de kalklaag. Secco schilderingen zijn daarom kwetsbaarder.
Oude muurschilderingen in ons land zijn bijna altijd in secco uitgevoerd.


Zaltbommel, 3 maart 2012 
© Hans Sanders



Literatuurverwijzingen:

1 Paul le Blanc.  Kerk in kleur  de middeleeuwse schilderingen in de St.-Janskathedraal te
 ’s-Hertogenbosch’. ‘s Hertogenbosch 2002.
2 Prof.Dr.J.J.M. Timmers.  Christelijke symboliek en iconografie. 2e herziene druk.  Unieboek Bussum 1974.
3 W.Haakma Wagenaar.  Sint Maartenbulletin nr 2  zomer 1980
4 C.Leemans. De Gids 1839 dl III p 14-15
C.Leemans. Mededelingen over ene nieuw ontdekte muurschildering. Verslagen en Mededelingen der Kon. Akademie van Wetenschappen afd. Letterkunde II 1857 p 238 e.v.
C.Leemans, “Nieuw ontdekte muurschilderingen “, in Verhandelingen der Kon. Akademie , afd. Letterkunde II 1860 v.a. p 19

Verder:
Ds A.E.Keuning ; De Sint-Maarenskerk te Zaltbommel als volkscatechimus. eigen beheer  Zaltbommel  2009
Jan van Laarhoven; De beeldtaal van de Christelijke kunst  Geschiedenis van de iconografie  SUN  Nijmegen  3e gecorrigeerde druk 1997
James Hall;  Hall’s iconografiesch handboek  Onderwerpen ,symbolen en motieven in de beeldende kunst.Primavera pers , Leiden  3e gecorrigeerde druk 1996.